dag 8

DAG 8

Vanmorgen half acht zijn wij uit Dalat vertrokken om af te zakken naar de kust van Vietnam. Het reisdoel is de ca. 215 km verder gelegen kustplaats Nha Trang. Onderweg weer een aantal stops, o.a. de bijzondere Linh Phuoc pagode met de 49 meter lange draak, gemaakt van 12.000 bierflessen en de fraaie Po Klong Garai Chamtorens uit de eind 13e/begin 14e eeuw in Phan Rang. De lunch onderweg was in de vorm van een picknicklunch. Zeer geslaagd. We kwamen langs de kuststrook van Cam Ranh Bay, alwaar veel zoutwinning plaatsvindt. De stop was onverwachts maar wel interessant.Daarna bezoeken we de Long Son Pagode een enorme beeld van de Liggende Boeddha en de 14 meter hoge witte Boeddha op de heuvel, en dan naar het hotel in Nha Trang.

Linh Pagode.

De bouw van de Pagode van de Jade-keizer (Phuoc Hai Tu/Chua Ngoc Hoang, Mai Thi Luu straat 73 in het Da Kao district) begon in 1892. De aan opperwezens uit de Chinees-Vietnamese mythologie gewijde en in 1909 door de Chinese gemeenschap geopende tempel was een belangrijke ontmoetingsplaats van geheime Chinese genootschappen. De Chinese invloeden manifesteren zich in de gehele architectuur. Een bezoek is zeer de moeite waard. Bij de ingang wordt men opgewacht door Mon Quan, Bewaker van de Poort en Tho Than (Tho Dia), Bewaker van het Land. Recht vooruit bevinden zich op een verhoging van links naar rechts Phat Mau Chuan (Moeder van de Vijf Boeddha's), Dia Tang Vuong Bo Tat (Koning van de Hel), Di Lac Boeddha (Boeddha van de Toekomst), Quan The Am Bo Tat (Godin van de Vergeving) en een relief van Thich Ca Boeddha (Sakyamuni). Erboven bevindt zich de door glas omgeven, uit sandelhout vervaardigde Nhu Lai Boeddha. Bij de muur staan enige vervaarlijk uitziende bewakers, links de Krijger die de Witte Tijger versloeg en rechts de Krijger die de Groene Draak doodde. Achterin, voor het grote altaar staat links Bac Dau, de taoVstische heilige van de Poolster en het Lange Leven, en rechts Nam Tao, de taoVstische heilige van het Zuiden en Hoeder van het Geluk. Beide worden geflankeerd door hun beschermers. Aan het einde van de hal tegen de verste muur staat Ngoc Hoang, de taoVstische God van het Jade, omringd door de Tu Dai Kim Cuong (vrij vertaald: de Vier Diamanten). Meestal draagt Ngoc Hoang een schitterende pij. Rechts van Ngoc staat de 18-armige Phat Mau Chuan De, Moeder van de Vijf Boeddha=s van de Vier Windstreken en het Midden, met twee extra gezichten die elk naar een andere richting gekeerd zijn. Rechts op 4 m hoogte is een afbeelding van Dai Minh Vuong Quoang, gezeten op een feniks. Daaronder de beeltenis van Tien Nhan, de personificatie van God. Links van Ngoc Hoang zit Ong Bac De, een reVncarnatie van de Jade-keizer. Zijn voeten rusten respectievelijk op een heilige schildpad en een slang. Naast Ong Bac is de beeltenis te zien van de bliksem Thien Loi, eronder de militaire bevelhebbers van Ong Bac De en de beschermers van Thien Loi. De pilaren aan weerszijden van Ngoc Hoang bevatten afbeeldingen van de God van de Zon (rechts) en van de Maan (links). In de andere ruimte staat Thanh Hoang, bewaker van de hel met zijn vurige rode paard, geflankeerd door Am Quan (God van Yin) en Duong Quan (God van Yang). De andere figuren (Thuong Thien Phat Ac) hebben de macht om goed en kwaad te belonen of te bestraffen. In de houten panelen zijn taferelen gesneden van de pijnigingen die slechte stervelingen in de hel ondergaan. De hel heeft tien niveaus, oplopend naarmate de folteringen in zwaarte toenemen. Aan de bovenkant is een der rechters te zien die een boek raadpleegt waarin de daden van de overledenen zijn opgetekend. Tegenover Thanh Hoang hangt een paneel van Quan Am Thi Kinh, beschermvrouwe van moeder en kind, afgebeeld op een lotusbloem, symbool van reinheid. Aan de andere zijde bevindt zich een klein vertrek met daarin in keramiek uitgebeeld de vrouwelijke deugden en ondeugden. De vrouwen zijn prachtig gekleed en omringd door vele kinderen. Hun aanvoerster is Kim Hoa Thanh Mau. De trap aan de rechterkant van de grote zaal voert naar de tweede etage van het heiligdom en het balkon.

Long Son pagode

De Long Son Pagode is gebouwd op een heuvel met uitzicht over stad en stranden. Achter de pagode staat een reusachtig, in 1963 opgericht boeddhabeeld. Aan de voet ervan zijn afbeeldingen te zien van gelovigen die zich uit protest tegen het Diem-regime in brand steken.

De Trung Nghia Pagode staat ten noorden van de stad op een heuveltop en is al van verre te zien. De pagode werd gebouwd door keizer Gia Long als eerbewijs aan trouwe mandarijnen en soldaten.

Het was een vermoeide dag, zonnet gearriveerd in het hotel en even de was wegbrengen, en dan een dinner.