dag 23

DAG 23

Na het ontbijt gaan we de zaterdagmarkt van Can Cau bezoeken. De markt van Can Cau is nog een echte lokale markt van voornamelijk de Flower H’Mong groepering met hun verschillende kleurrijke klederdrachten en wordt gehouden in de buitenlucht in het hooggebergte. De komende dagen gaan we een aantal groeperingen tegen komen. De middag bent zijn we vrij. Facultatief: Voor liefhebbers is er de mogelijkheid om onder begeleiding van een lokale gids een prachtige wandeltocht te maken van ca. 3 ½ uur door de omgeving en langs nederzettingen van de Flower H’Mong en de Tay groepering.
Plotseling zien we in de verte de markt liggen. Langs de weg lopen steeds meer bergbewoners in de richting van de markt. We popelen van ongeduld en besluiten dan ook enkele honderden meters voor de markt uit te stappen en verder te gaan lopen. De meeste mensen die hier lopen zijn leden van de Hmong bergstam. Ze zijn pas in de 19e eeuw vanuit het zuiden van China naar Vietnam getrokken, waar ze nu vooral de hoger gelegen gebieden bewonen. De meeste vrouwen lopen op dezelfde lichtbruine, plastic sandalen die hier op de markt verkocht worden. Daarnaast dragen ze beenwindsels en een wijde, felgekleurde of zwarte rok met prachtig borduurwerk tot op de knie. Het bovenlichaam is bedekt met een bijpassend fluwelen hesje, dat ook weer is afgezet met mooi borduurwerk. Het haar hebben ze opgestoken in een soort knot en daar overheen dragen ze een felgekleurde doek. De Flower Hmong zijn specifiek te herkennen aan de bloemen op hun hesje..,

De Hmong of Miao (Internationaal Fonetisch Alfabet: [m̥ɔ̃ŋ]; Vereenvoudigd Chinees: 苗; Pinyin: Miáo; Vietnamees: Mèo of H’Mông; Thais: แม้ว (Maew) of ม้ง (Mong)) worden door de Fransen ook wel Meo genoemd. De oorsprong van dit volk ligt in het zuiden van China. Afstammelingen zijn verspreid over Noord- en Centraal-Laos, Zuid-China, Vietnam en Thailand. De meesten wonen in gebieden boven de 1000 meter op bergtoppen of heuvelruggen. Polygamie is toegestaan. De kleding is eenvoudig. Veelal worden zwarte jassen, zwarte pofbroeken en zilveren juwelen gedragen. De vrouwen dragen hun haar meestal in een knot. Een groot deel van de bevolking leeft van de ruilhandel, waarbij ijzer vaak dient als betaalmiddel. Ijzer is een belangrijke grondstof voor het maken van kapmessen en eenvoudige geweren